Een laboratorium is een noodzakelijke plaats voor wetenschappelijk onderzoekswerk. De Wereldgezondheidsorganisatie verdeelt biologische laboratoria in vier niveaus op basis van hun biologisch veiligheidsniveau (BSL): P1 (beschermingsniveau 1), P2, P3 en P4, op basis van hun pathogeniteit en risico op infectie. Het vierde niveau is het hoogste niveau van bioveiligheid, dat de afgifte van infectieuze pathogenen in het milieu effectief kan voorkomen en voor onderzoekers veiligheidszorg kan bieden.
Het werk dat het P1-P4-laboratorium kan ondernemen, wordt ook geclassificeerd volgens het veiligheidsniveau, met strikte niveaus variërend van laag tot hoog. De volgende zijn specifieke beoordelingsvereisten:
P1 Laboratorium: basislaboratorium, geschikt voor lage schade aan het menselijk lichaam, dieren en planten, of de omgeving, zonder pathogene factoren voor gezonde volwassenen, dieren en planten.
P2 Laboratorium: basislaboratorium, geschikt voor pathogene factoren met matige of potentiële schade aan mensen, dieren, planten of het milieu. Het veroorzaakt geen ernstige schade aan gezonde volwassenen, dieren en het milieu en biedt effectieve preventie- en behandelingsmaatregelen.
P3 Laboratorium: een beschermend laboratorium dat geschikt is voor het omgaan met zeer schadelijke ziekten voor mensen, dieren, planten of de omgeving die op mensen kan worden overgedragen via direct contact of aerosolen, of pathogene factoren die zeer schadelijk zijn voor dieren, planten en het milieu. Het heeft meestal preventieve en therapeutische maatregelen.
P4 -laboratorium: het hoogste niveau van beschermingslaboratorium, geschikt voor pathogene factoren die zeer schadelijk zijn voor mensen, dieren, planten of het milieu, en worden overgedragen via aerosolroutes of onbekende of zeer gevaarlijke transmissieroutes hebben. Er zijn geen preventieve en therapeutische maatregelen.